Vogelvlucht

Vogelvlucht
Muyuna, 26 september 2004

Het busstation van Quito oogt bij daglicht veel minder crimineel dan toen ik er bij avond was, voor de bus naar Baños. Dat is een hele opluchting. Deze keer ben ik er in mijn eentje en met al mijn bagage, onderweg naar het dorpje in de Oriente waar ik vrijwilligerswerk ga doen. Toch blijf ik erg op mijn hoede, al zijn mijn rugzakken zo zwaar dat ze moeilijk ongemerkt kunnen worden weggegrist.

Van de rituelen in de bus kijk ik inmiddels niet meer op. Voor vertrek en tijdens de eerste kilometers is het een komen en gaan van verkopers. Ook onderweg rijden zo nu en dan verkopers een stukje mee. Chips, koekjes, frisdrank, ijsjes, maar ook minder voor de hand liggende zaken als horloges en zelfgebrande cd’s worden in het gangpad van de bus te koop aangeboden. Een enkele keer laat de chauffeur een bedelaar een stukje meerijden, die dan altijd wel wat kleingeld ophaalt. In de belangrijkste plaatsen wordt gestopt bij een busstation. Maar zolang er plek is stopt de bus voor iedereen die langs de kant van de weg zijn arm uitsteekt. En dat ‘plek’ wordt ruim geïnterpreteerd, want ook het gangpad wordt zo nodig volgestouwd.

Onderweg van Quito naar Tena volgt de weg grotendeels de stroom van een rivier, vanuit het Andesgebergte omlaag richting Amazonegebied. Het landschap wordt steeds tropischer en de weg steeds onregelmatiger. Het is een enigszins onwerkelijk beeld om tussen de wilde begroeiing van allerlei vreemde struiken en bomen hier en daar een overbekende zwart-wit gevlekte koe tegen de hellingen te zien staan. Op één plek is een brug weggeslagen door stevige regenval. De bus moet er naast de ingezakte brug voorzichtig door de rivierbedding rijden. Hopelijk schept het bagagecompartiment waarin mijn rugzak ligt niet al te veel water.

De infrastructuur in en rond Tena is basaal en louter functioneel. In Tena zijn de wegen nog wel bestraat, maar erbuiten rijdt het verkeer over zand en keien. De bruggen over de rivier zijn geconstrueerd zonder oog voor esthetiek en juist dat maakt ze wel weer mooi. De taxi’s die er rijden zijn allemaal pick-ups. Ik neem een taxi naar Muyuna, een kilometer of vijf buiten Tena. Daar slaan we af, een wankele hangbrug over en dan nog een stukje rijden tot we bij Establo de Tomás zijn.

Ik wordt verwelkomd door een vriendelijke kwispelende herdershond en uit een houten hutje komt een man aanwandelen. Met een trage, toonloze stem stelt hij zich voor, Sandro, en sjokt op blote voeten voor me uit over het terrein. De jungle lodge is uitgestorven, er is geen toerist te bekennen. Sandro maakt me wegwijs in de hoogst noodzakelijk dingen – slaapplaats, eten, drinken – en verdwijn weer in zijn hutje.

Uit de koelkast pak ik een cola en ga in de verleidelijke hangmat aan de ruisende rivier liggen genieten van deze prachtige plek. Er zijn papegaaien en een toekan. De toekan komt vlakbij huppen, eng dichtbij. Met armzwaaien en gekke geluiden probeer ik het beest op afstand te houden, zonder succes. Hij zit onder de hangmat en als hij aanstalten maakt op me te springen, vlucht ik naar mijn cabaña. Daar is op de veranda ook een hangmat, waar ik verder geniet. Totdat er na een halfuurtje drie patrijsachtige vogels aankomen, die op de veranda springen. Ik probeer me kalm te houden, maar als hun veren agressief overeind gaan staan, schiet ik uit de hangmat. De patrijzen jagen achter me aan. Ik vlucht mijn cabaña in, om daar verder te genieten van deze prachtige plek in de jungle.

Tena, Ecuador
provinciestadje Tena
rivier Tena in Muyuna, Ecuador
de rivier Tena bij Muyuna
hangbrug over de rivier Tena in Muyuna
hangbrug over de rivier in Muyuna
een brutale toekan bij de cabaña in Establo de Tomás
brutale toekan op de veranda

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *