Muyuna, 17 november 2004
Het meest in het oog springende bouwwerk in ieder dorp is de cancha cubierta, het overkapte sportveld. Het is betonnen vloer met een hoge stalen constructie waarop een dak van golfplaat rust. Meestal staat de cancha cubierta in het hart van het dorp, direct aan het dorpsplein. Zo ook in Muyuna. De kerk ernaast valt er volledig bij in het niet. De cancha cubierta is groot genoeg om drie van zulke kerken te herbergen.
Ik hou van de canchas cubiertas. Het zijn de werkelijke kerken van de dorpjes in de jungle. De mensen zijn hier niet zo diep gelovig als in de bergen, ze zijn nuchter en praktisch. Ze hebben veel meer met de functionele eenvoud van de cancha cubierta dan met de magische fantasiewereld van de kerk. De deuren van de kerk in Muyuna heb ik nog nooit geopend gezien, zelfs niet op zondagochtend om acht uur, terwijl de cancha cubierta een en al open is. Het is er altijd aangenaam vertoeven. Bij hitte beschermt het dak tegen de brandende zon en bij regenbuien houdt het dak je droog. Kinderen basketballen en voetballen er in de pauze en na school. Er worden bijeenkomsten gehouden door de lokale overheidsinstanties. En in de aanloop naar de regionale verkiezingen in oktober werd er iedere avond wel een feest georganiseerd door een van de politieke partijen. Er werd massaal gedanst op de betonnen vloer van de cancha cubierta en binnen no-time was het halve dorp stomdronken van de zelfgestookte spiritualiën.
Sinds vorige week doet de elektriciteit het niet meer op de school in Muyuna. We hebben daarom een tafel en twee banken uit de eetzaal van de school naar de cancha cubierta getild en nu geef ik daar les. Van mij hoeven ze de elektriciteit op school niet te repareren. Het is heerlijk preken in mijn open kerk van beton, staal en golfplaat. Mijn kerk van het gezond verstand.