Muyuna, 28 januari 2005
Pedro komt bij ons zitten op de rand van de betonnen galerij voor school. Hij is het hoofd van de school in Muyuna en moet iets aan ons kwijt. ‘Volgens de pastoor verkondigen jullie in de klas andere religies aan de kinderen. Dat is niet waar, toch?’ Verbouwereerd beamen we dat we echt alleen maar Engelse les en computerles geven. Voor de zekerheid vraagt Pedro nog of wij katholiek zijn. Vooruit, voor deze keer dan. Dit is niet het moment om uit te leggen dat er ook zoiets bestaat als mensen die geen enkel geloof aanhangen. De pastoor moet het overtuigend hebben gebracht om Pedro aan het twijfelen te krijgen. Hij komt uit Tena en vertoont zich zelden in het dorp, terwijl Pedro er nota bene vaak zelf bij is als er Engelse les wordt gegeven in zijn klas. De pastoor heeft zich vast beroepen op zijn lijntje met God.
De pastoor is natuurlijk ook ter ore gekomen dat de vrijwilligers in het dorp cadeautjes hebben uitgedeeld. In oktober laarzen en machetes die Maaike had gekocht en eergisteren slippers en schoenen van Marije. In de weken voor kerst hebben mijn collega’s in Nederland een spontane inzamelingsactie gehouden om schoolboeken te kunnen kopen. Met bijzonder veel succes, want op beide scholen waar ik lesgeef heb ik voor alle kinderen die geen schoolboek hadden er eentje kunnen kopen. Het cadeau waar de kinderen het meest naar hadden uitgekeken heb ik net uitgedeeld op de school in Muyuna. Heuse sporttenues voor de meisjes van het basketbalteam en de jongens van het voetbalteam.
In november speelden de jongens van de hoogste klassen een voetbalcompetitie tegen andere scholen uit de omgeving. Ze speelden in het witte T-shirt van hun schooluniform. Voor hun eerste wedstrijd hadden ze rugnummers gemaakt van plakband en die ingekleurd met viltstiften. Ze verloren met 10-0 van een team in prachtige uniforme voetbalkleding. Een week later ging het team op elkaar gepakt in de laadbak van een pick-up taxi naar de volgende wedstrijd. Onderweg hadden de jongens stoere praatjes over de grootte van de overwinning die ze gingen behalen. Maar je kon merken dat er een deuk in het zelfvertrouwen was gekomen. Ze namen deze keer niet meer de moeite om rugnummers op de shirts te plakken. Wederom werd met grote cijfers verloren van een team in echte voetbalkleding. De bolo’s – immens populaire goedkope waterijsjes in een langwerpig plastic zakje – die ik in de pauze als oppepper voor het hele team had gekocht konden daar ook niets aan veranderen.
Nu spelen ze gloeiend van trots en van de inspanning in hun nieuwe outfits, de meisjes op de cancha cubierta en de jongens op het multifunctionele dorpsplein. Ik kan me de achterdocht van de pastoor wel indenken. Vreemdelingen die van ver komen en cadeaus uitdelen, daar moet meer achter zitten. Zo is de katholieke kerk per slot van rekening ook ooit begonnen met de verovering van Latijns-Amerika. In zekere zin heeft de pastoor ook gelijk dat wij een andere geloof prediken. Met onze lessen en de schoolboeken proberen we de kinderen wijzer te maken, de grootste bedreiging voor iedere religie.