Muyuna, 2 december 2004
Iedere schooldag ontbijten we om half acht aan de keukentafel in Establo de Tomás. We eten broodjes met jam en drinken een kop thee en vers vruchtensap. Geen sinaasappelsap zoals in Nederland, maar sap van fruit dat in Ecuador wordt verbouwd: ananas, meloen, papaja, passievrucht. We drinken hier ook sap van fruit waar ik nog nooit eerder van had gehoord. Naranjilla is een vrucht die wel iets weg heeft van mandarijn en die oorspronkelijk alleen in Ecuador groeide. Babaco lijkt helemaal nergens op; de vrucht heeft de vorm van een rugbybal, maar dan zigzaggend. Het allerlekkerst vind ik jugo de mora, sap van bramen.
Als er een groep toeristen op de Establo is, maakt Sandro ‘s ochtends een echt hotelontbijt voor ze klaar. Ze krijgen huevos rancheros, een mengsel van gepocheerde eieren en groenten, met gefrituurde schijfjes banaan erbij. Sandro maakt altijd meer dan voldoende, zodat er ook een paar bordjes voor ons overblijven. Eén keer heeft Sandro zelf heerlijke broodjes voor ons gebakken. Het hele dorp was die ochtend nog in een roes van het feest op de avond ervoor, waardoor er nergens brood was te krijgen.
Tussen de middag en ‘s avonds maakt Sandro warm eten klaar, voor ons, voor zichzelf en voor Jerónimo, die net als Sandro op de Establo werkt en woont. Wat we ook eten, we krijgen er altijd rijst bij. Bij kip met friet en salade krijgen we rijst en ook bij een bord spaghetti krijgen we rijst. Vaak zit er ook wel iets met banaan bij het eten. Behalve gewone bananen hebben ze hier ook plátanos verdes, groene bananen. Deze zijn niet zoet zoals gewone gele bananen en je kunt ze niet rauw eten, maar Sandro weet tientallen manieren om ze klaar te maken. Je kunt ze plat slaan en bakken, mengen met kaas en er ballen van rollen om te frituren en je kunt er soep van koken. Bij bananensoep eten we altijd popcorn, die we door de soep roeren. Probeer het maar eens uit, popcorn door de soep, het smaakt erg goed. Gewone bananen krijgen we vaak gebakken en echt verrukkelijk zijn bananenflappen, zoete bananen gefrituurd in oliebollendeeg.
Iets anders wat we veel eten is yuca, in Nederland bekend als cassave. Alle families in Muyuna verbouwen wel ergens yuca, naast hun huis of op hun finca, een stuk land in de jungle. Yuca is een klein boompje, een meter of twee hoog. De plant heeft een dikke wortel en dat is wat er van de yuca wordt gegeten. Yuca lijkt wel wat op aardappel en je kunt het op dezelfde manier klaarmaken. Gekookt, gebakken, gefrituurd, uit de oven en als soep, werkelijk op alle mogelijke manieren heb ik al yuca gegeten.
Bij het warm eten drinken we koude guayusa-thee. Het wordt gemaakt door bladeren van de guayusa-boom een paar weken te laten drogen en dan te koken in heet water. De guayusa-bladeren krijgen we van de kinderen op school. Op hun laatste dag op school krijgen vrijwilligers cadeautjes van de kinderen: kettingen, schaaltjes en kransen van guayusa-bladeren. Guayusa wordt ook gebruikt door sjamanen in hun ceremonies, het is supergezond en heeft allerlei positieve effecten op lichaam en geest. Ik vind de koude Guayusa-thee vooral heel erg lekker. Het is de smaak van de jungle in Ecuador.